Geschiedenis van de mode
Wanneer we ons een voorstelling maken van de wereld van enkele eeuwen terug, komt algauw een beeld van zorgeloos flanerende adel in ons op, gekleed in pompeuze dracht. Hoepelrokken, korsetten en plooikragen manipuleerden de lichaamscontouren tot idealistische proporties. Zich manoeuvreren in deze constructies kon echter nog wel eens lastig zijn. De mode in deze tijden diende dan ook geen praktisch doeleinde; het was een middel waarmee men streefde naar een imposant, of juist elegant voorkomen.
Vanaf de zestiende eeuw duiken de portretten op van adel die zich met veel luister heeft uitgedost. Men pronkte met zichzelf en onderscheidde zich aldus sterk van het deel van de bevolking dat daar de middelen niet toe had. De klederdracht werd dusdanig gecompliceerd dat aankleden verwerd tot een ritueel op zich, waarbij hulp onontbeerlijk was. Zelfs bij het plaatsnemen op een stoel kon een dame behoorlijk belemmerd worden.
Wanneer de historische mode scherper onder de loep wordt genomen, wordt duidelijk dat het tijdsspecifieke modebeeld een weerspiegeling was van de tijdsgeest van een bepaalde periode: heersende filosofieën en de moreel beïnvloedden dat wat als smaakvol werd beschouwd. Strengheid en lichtzinnigheid, natuurlijke en geïdealiseerde silhouetten zijn maar enkele van de tegenstellingen die in de modegeschiedenis van de voorgaande eeuwen worden aangetroffen.
In de vier navolgende hoofdstukken zal worden beschreven welke mode de 16e, 17e, 18e en 19e eeuw karakteriseerde, zowel voor het dames- als het herenkostuum, en in welke context de mode zich ontwikkelde. Duidelijk zal worden dat het uiterlijk van de historische Europeaan, hoe curieus die af en toe ook mag overkomen, toch veel zegt over hoe men destijds dacht en leefde.